Hockey

Hockey is een balsport. Het belangrijkste attribuut van de hockeyspeler is de stick, die wordt gebruikt om de bal te manipuleren. Er bestaan verschillende vormen van hockey. De oudste en bekendste vorm wordt in het Nederlands simpelweg 'hockey' genoemd. Hockey wordt in de buitenlucht op een veld gespeeld. Een binnenvariant van de hockeysport is zaalhockey.

In landen waar men vooral ijshockey speelt en niet zo bekend is met hockey zoals wij dat kennen, wordt met "hockey" vaak ijshockey aangeduid. Hockey zoals wij dat kennen wordt in deze landen aangeduid met een vertaling van "grashockey" of "veldhockey", zoals "fieldhockey" of "hockey sur gazon".

Het spel

De stick

De stick wordt gebruikt om de bal te hanteren. De stick heeft een bolle kant en een platte kant en is vervaardigd uit hout en/of kunststof (glasfiber, polyfiber, aramide of carbon). De stick moet door een ring met een binnendiameter van 5,10 cm gehaald kunnen worden. De kromming in de stick, aantrekkelijk voor het zogenaamde slepen, is ook aan restricties gebonden. Sinds 1 september 2006 is de maximaal toegestane kromming 25 mm. De kromming is de afwijking die de stick in lengterichting mag hebben. Over de vorm van de haak of de krul is niet veel vastgelegd in de reglementen. De haak is in de loop der tijd veranderd van een (afgeronde) L-vorm, naar een kwart cirkel, vervolgens naar een halve cirkel en benadert anno 2010 de U-vorm. De omhoog komende poot van de U mag, gemeten vanaf het grondvlak niet meer dan 10 cm zijn.

Omdat de stick conform de reglementen altijd de bolle kant rechts heeft en de platte kant links, is deze alleen rechtshandig te gebruiken. Linkshandige sticks zijn niet toegestaan.

De bal

Een hockeybal weegt tussen de 156 gram en 163 gram en heeft een omtrek tussen de 22,4 cm en de 23,5 cm. De buitenkant van de bal is meestal glad, maar een naad of kleine putjes zijn toegestaan (dimple bal). Deze ballen worden vaak gebruikt bij hockey op een waterveld omdat deze ballen sneller rollen en minder stuiteren.

Spelers en keeper

Het spel wordt gespeeld door twee teams van elk 16 spelers waaronder vijf reservespelers, 10 veldspelers en één doelverdediger of keeper.

De 10 veldspelers moeten scheenbeschermers dragen en een stick in hun handen hebben. Een gebitsbeschermer wordt sterk aanbevolen, maar is niet verplicht.

 
Een keeper in vol ornaat.

Er bestaan 2 soorten doelverdedigers:

  • De standaard keeper met volledige uitrusting (zoals kickers (voeten), legguards (schenen), een keepersbroek, een toque een bodyprotector, handschoenen, elleboogbeschermers, een afwijkend shirt en een helm). Deze bescherming is, met uitzondering van de helm, NIET verplicht. Deze keeper mag niet over de 23-meterlijn komen behalve voor het nemen van een strafbal. Bij het nemen van een strafbal mag de keeper de helm wel afzetten.
  • De vliegende keeper draagt een shirt in afwijkende kleur, móet een helm op tijdens strafcorner en strafbal en mag verder geen bescherming dragen behalve de verplichte scheenbeschermers en eventueel een gebitsbeschermer. Hij mag wél buiten het 23-meter gebied komen, maar dan zónder helm; de helm mag binnen het 23-meter gebied naar believen gedragen worden. De vliegende keeper behoudt verder wel alle rechten van een standaard keeper, alleen dan zonder bescherming.

De (vliegende) keeper mag de bal binnen de cirkel spelen met elk deel van zijn lichaam of met zijn stick. Buiten de cirkel mag dat alleen met zijn stick.

Het veld

 
Schematisch bovenaanzicht van een hockeyveld.

Een hockeyveld is over het algemeen gemaakt van kunstgras. Hoewel dit nog zelden voorkomt, kan het zijn dat een wedstrijd in Nederland nog op natuurgras gespeeld wordt. Van oudsher werd hockey ook gespeeld op natuurgras. In de late jaren '70 deed kunstgras zijn intrede en dit werd in de jaren '90 geleidelijk opgevolgd door het waterveld. Het semi-waterveld is een goedkopere vorm van een waterveld. De bal rolt sneller op kunstgras en nog weer sneller op een waterveld. Een waterveld is echter wel kostbaar in onderhoud en gebruik.

Kort gezegd wordt hockey in de lage landen gespeeld op de volgende ondergronden:

Er is een verschil tussen het veld en het speelveld.

  1. Speelveld: dat gedeelte van het veld, dat binnen de zijlijnen en de achterlijnen ligt, inclusief de lijnen zelf.
  2. Veld: alles binnen de veldafrastering (het hek), inclusief de dug-outs en (uiteraard) het speelveld.

Het speelveld is rechthoekig, 91,4 meter lang en 55 meter breed. De grenzen zijn afgebakend met lijnen die 7,5 cm breed zijn. De lange lijnen heten zijlijnen en de korte lijnen achterlijnen. Het stuk tussen de doelpalen wordt doellijn genoemd. Op het speelveld zijn een middenlijn en twee 23-meter-lijnen aangebracht. Voor het midden van elk doel, op 6,4 meter afstand, bevindt zich een stip met een diameter van 15 centimeter. Hier wordt de strafbal genomen. De doelen zijn 3,66 m breed en 2,14 m hoog. Ze zijn voorzien van een net. De achterkant en zijkanten zijn voorzien van een gesloten schot van 0,46 m hoog. Om het doel is een halve cirkel, die uit twee kwartcirkels bestaan met een straal van 14,63 meter en een recht stuk (voor het doel) van 3,66 meter. De speler mag alleen scoren als hij binnen die halve cirkel staat; een geheugensteuntje is de ABCD-regel: het is pas een doelpunt als de aanvaller de bal in de cirkel heeft aangeraakt en de bal in zijn geheel over de doellijn is gegaan.

De wedstrijd

Een hockeywedstrijd duurt, uitgezonderd op de grote internationale toernooien vanaf september 2014, twee keer 35 minuten. Afhankelijk van het niveau is een rustperiode van vijf of tien minuten. Vanaf september 2014 duren op de grote internationale toernooien wedstrijden vier keer 15 minuten. De eerste en derde pauze duren dan twee minuten, de tweede pauze blijft tien minuten. Na een doelpunt en het toekennen van een strafcorner volgt een time-out van 40 seconden.[3][4] Er wordt begonnen met een beginslag vanaf de middellijn aan het begin van de wedstrijd, na de rust en na een doelpunt. Een wedstrijd wordt geleid door twee scheidsrechters. Elke scheidsrechter is primair verantwoordelijk voor één helft van het speelveld, maar zij mogen beiden fluiten voor overtredingen gemaakt in het hele veld, behalve voor overtredingen die gemaakt zijn in de cirkel die de verantwoordelijkheid is van de andere collega. De scheidsrechters fluiten als team en helpen elkaar zo veel mogelijk door aan te geven wie de vrije bal moet krijgen. Met ingang van het seizoen 2009/10 mogen spelers een vrije bal ook op zichzelf spelen; de bal hoeft dus niet per se eerst naar een medespeler. Het hockey kent sinds 1996 geen buitenspelregel meer. Scheidsrechters kunnen bij overtredingen groene, gele of rode kaarten geven.

De strafcorner en de strafbal Zie Strafcorner voor het hoofdartikel over dit onderwerp. Zie Strafbal voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

De strafcorner wordt toegekend na een overtreding van een verdediger in de cirkel of na een zware of opzettelijke overtreding door een verdediger achter de 23-meterlijn, maar buiten de cirkel. Binnen de cirkel leidt zo'n overtreding tot een strafbal. Ook als een verdediger door een overtreding een doelpunt voorkomt volgt een strafbal. Bij een strafbal, ook wel strafpush geheten, moet de aanvaller de bal pushen vanaf de strafbalstip, terwijl de keeper met zijn voeten op de lijn moet staan. Strafballen worden ook genomen bij sommige toernooien als een wedstrijd in een gelijkspel is geëindigd: eerst komt dan een serie van vijf strafballen. Is er na vijf genomen strafballen nog geen winnaar, dan mogen de teams steeds elk één strafbal nemen totdat het ene team scoort en het andere niet. Het nemen van een serie strafballen is vanaf 2011 vervallen en vervangen door shoot-out series.

Een speler probeert bij een shoot-out in een duel met uitsluitend de keeper van de tegenpartij, in max. 8 seconden een doelpunt te maken. De speler start daarbij vanaf de vanaf de 23-meterlijn. Dit werd tijdens de Olympische Spelen 2012 voor het eerst toegepast om een beslissing te forceren in de halve finale van het Nederlands damesteam tegen Nieuw-Zeeland. Nederland bereikte daarmee de finale.

Bij de strafcorner neemt de verdedigende partij plaats achter de achterlijn en de aanvallende buiten de cirkel. De verdedigende partij bestaat uit maximaal vijf spelers: een keeper, een eerste en een tweede uitloper, een lijnstopper en een vrije verdediger. De lijnstopper mag een masker op (een Face-Off) maar dat hoeft niet. De aanvallende partij bestaat uit een aangever, een stopper en iemand die slaat of pusht, en andere spelers die diverse rollen hebben bij zogenaamde cornervarianten. Pas als de aangever de bal speelt mogen de verdedigers en de aanvallers de cirkel betreden. De bal moet buiten de cirkel worden gestopt en een geslagen bal telt alleen als deze op de plank van het doel terecht komt.

Arbitrage

Omdat hockey op verschillende niveaus beoefend wordt, maakt men ook onderscheid in scheidsrechters. Voor de jongste jeugd zijn deze scheidsrechters in feite spelleiders, bedoeld om de kinderen op een aangename en vooral veilige manier kennis te laten maken met het hockeyspel. Deze spelleiders leggen het spel met enige regelmaat stil om de kinderen aanwijzingen te geven. Een spelleider behoeft geen scheidsrechtersdiploma te hebben. Het volgende niveau is clubscheidsrechter. Hiervoor is wél een scheidsrechterskaart nodig, deze is te behalen op een examen dat door de club zelf wordt geregeld. Spelers zijn verplicht om voor hun 16e zo'n scheidsrechterskaart te behalen. Negeren van deze regel betekent simpelweg dat de betreffende speler niet deel mag nemen aan competitiewedstrijden tot hij het examen met succes heeft doorlopen. Clubscheidsrechters worden door hun vereniging aangewezen om competitiewedstrijden te leiden.

Scheidsrechters die hierna hogerop willen komen, volgen via de hockeybond een opleiding tot bondsscheidsrechter. Tijdens deze opleiding maakt de scheidsrechter met behulp van een begeleider een portfolio waarin hij aangeeft wat hij tijdens de opleiding heeft geleerd. Zijn er voldoende wedstrijden gefloten waarop de kwalificatie voldoende van toepassing is dan volgt een examen en een mogelijke benoeming tot bondsscheidsrechter. Op basis van een aantal beoordelingen gedurende een seizoen kunnen bondsscheidsrechters promoveren en ook degraderen. Binnen de districten is het maximaal te fluiten niveau dames overgangsklasse en heren eerste klasse. Een vervolg daarop is het fluiten in de landelijke groep waar de wedstrijden van de dames hoofdklassen en de heren hoofd- en overgangsklasse van scheidsrechters worden voorzien. Een enkeling kwalificeert zich daarna nog voor de internationale arbitrage.

Geschiedenis

 
Marmeren reliëf uit 500 v.Chr.

Hockey is een sport die al duizenden jaren bestaat. Heel bijzonder is in dit verband het bestaan van een marmeren reliëf uit ca. 510-500 v.Chr., waarop duidelijk twee hockeyspelers te herkennen zijn. Het reliëf werd gevonden op de Kerameikos, de begraafplaats in het centrum van het oude Athene. Ze bevindt zich nu in het Nationaal Archeologisch Museum van Athene.

De oorspronkelijke spelvarianten hadden feitelijk alleen het gebruik van een soort stok als overeenkomst; verder zijn alleen verschillen te zien (het gebruik van paarden, het spelen door de lucht in plaats van over de grond, de afwezigheid van goals, enzovoort). Pas na de middeleeuwen werd de aanzet voor het ontstaan van hockey in de huidige vorm gegeven.

Op de verschillende Britse eilanden werd vanaf de 17de eeuw een van oorsprong Keltische sport bedreven onder verschillende benamingen. De Ieren noemden het Hurling, de Engelsen Kappan en de Schotten Shinty. De variant die hieruit in Ierland ontstond, waarbij twee teams met een korte, platte stick de bal door de lucht in elkaars goal proberen te spelen, is in dat land nog altijd de nationale sport.

In Engeland verplaatste de sport zich naar harde, vlakke speelvelden zoals het strand of ijs. Omdat op een hard speelveld de bal vooral over de grond werd gespeeld, werd de stick langer en aan de onderkant krommer. De Engelsen veranderden de naam in Bandy-on-ice en later in Hockey-on-ice (waarschijnlijk afkomstig van hook, oftewel krom). Aanvankelijk werd de sport alleen op ijs gespeeld, maar later werd in de warmere maanden ook getraind op gras. Al snel ontwikkelde zich uit deze trainingsactiviteiten het huidige veldhockey.

Tot 1926 werd het hockey in Nederland gespeeld volgens de Hollandse regels die nergens anders werden gehanteerd. Deze regels weken op veel punten af van de op dat moment internationaal erkende spelregels. Zo had bijvoorbeeld de stick twee platte kanten en mocht de bal dan ook met beide kanten worden bespeeld. De bal was gemaakt van govlochten touw en canvas en had een kenmerkende oranje kleur. Deze werd in het spraakgebruik ook wel de sinaasappel genoemd en was groter dan normaal. De bal met de voet stoppen en de tegenstander met de stick haken werd niet bestraft. Buitenspel hield in dat de aanvaller de bal niet mocht aangespeeld krijgen als hij zich dichterbij de doellijn bevond dan minstens drie tegenstanders. Toen Nederland een hockeyteam bij de Olympische Spelen van 1928 die in Amsterdam werden gehouden wilde afvaardigen dreigden deze spelregels problemen op te leveren. Vanaf 1924 speelden al enkele clubs met de internationale regels en waren er aparte competities voor internationale en voor Hollandsche regels. Met ingang van het seizoen 1926/27 schaften de NHBB en de NDHB de Hollandsche spelregels af.

In de loop der jaren heeft de hockeysport zich ontwikkeld tot de huidige vorm zoals we die nu kennen. Zo was de buitenspelregel tot 1996 gebruikelijk en maakte men in de jaren '70 kennis met kunstgras als ondergrond. Ook werd in de jaren '70 onder meer de inrol aan de zijlijn vervangen door de inpush. Vanaf 2008 mag een vrije slag en bal aan de zijlijn zelf lopend genomen worden. De stick was traditioneel van hout gemaakt en had door de jaren heen verschillende krommingen en in de jaren '90 maakte men kennis met de eerste carbonsticks. Ook heeft de strafcorner verschillende regelwijzigingen ondergaan, zoals bij het uitlopen en hoog inslaan. Nog steeds wordt er geëxperimenteerd met regelwijzigingen door de FIH, waardoor de hockeysport tot de meest progressieve sporten behoort als het om de spelregels gaat.

Hockey in Nederland

In 1891 introduceerde Pim Mulier het hockey in Nederland. Kort daarna werden in Amsterdam, Haarlem en Den Haag de eerste hockeyclubs opgericht. Tussen 1998 en 2008 groeide het aantal hockeyers dat actief is in verschillende Nederlandse competities van 130.000 naar 200.000. Zij zijn lid van de Koninklijke Nederlandse Hockey Bond (KNHB), die op zijn beurt is aangesloten bij de Internationale Hockey Federatie (FIH). In Nederland bestaan verschillende competitievormen; de bekendste vorm is de landelijke reguliere veldcompetitie. Zo zijn er competities voor Junioren, Senioren (18+) en voor Veteranen (35+).

Junioren

 
D-jeugd in een hockeywedstrijd

Bij de jeugd zijn er categorieën, die op leeftijd zijn ingedeeld in 6 groepen: A (16-18 jaar), B (14-16 jaar), C (12-14 jaar), D (10-12 jaar), E (8-10 jaar) en F (tot 8 jaar). Vanaf de jeugd die elftallen spelen wordt er met dezelfde regels gehockeyd als bij de Senioren. In de jongste jeugd wordt met minder spelers/speelsters en op een klein veld gespeeld. Zo speelt de D/E-jeugd op een half veld met 8 tegen 8(D2e jaars-11 tegen 11 op een heel veld), of op een kwart veld met 6 tegen 6. In de F-jeugd wordt 3 tegen 3 gespeeld op een klein stukje veld, zodat de kinderen spelenderwijs leren hockeyen. Daarnaast duren de wedstrijden van de jonge junioren korter dan die van de volwassenen en de oudere jeugd. Hoe hoger je komt in de leeftijdscategorie, hoe langer de wedstrijd duurt, tot een maximum van 70 minuten.

Senioren

De hoogste afdeling van de Senioren staat bekend als de hoofdklasse: hierin wordt ieder jaar gestreden om het landskampioenschap veldhockey. Het bestaat, zowel bij de mannen als de vrouwen, uit twaalf teams. De op één na hoogste divisie heet de overgangsklasse waarin 24 teams in twee poules van 12 teams competitie spelen. Daaronder volgen de Eerste- tot en met de Vierde klasse. Daarnaast organiseert de Koninklijke Nederlandse Hockey Bond ook een zaalhockeycompetitie en een wintercompetitie (voor de "winterstop"-periode van december tot en met februari). In de zomer worden daarnaast nog zomeravondcompetities en talloze toernooien voor verschillende niveaus georganiseerd. Tevens wordt er in verschillende delen van het land bedrijfshockey in competitieverband gespeeld. Deze competitie loopt van september tot en met mei, met een winterstop in december en januari en maart.

Hockeyclubs

De grote steden in Nederland huisvesten meerdere hockeyclubs:

Voor een volledig overzicht van bestaande Nederlandse hockeyclubs zie:

Stadions

In Nederland bevinden zich momenteel twee hockeystadions. Het oudste hockeystadion: het Wagener-stadion, is te vinden in het Amsterdamse Bos en dateert van 1939. Dit stadion wordt van oudsher gezien als het nationale hockeystadion van Nederland. Daarnaast bevindt zich een tweede hockeystadion in Rotterdam: Stadion Hazelaarweg, dat is geopend in 2001. In beide stadions worden regelmatig nationale en internationale wedstrijden en toernooien gespeeld.

Het Nederlands elftal

 
Nederlands vrouwenteam, Alcalá la Real, Jaén, Spanje.

Zie Nederlandse hockeyploeg (mannen) voor het hoofdartikel over dit onderwerp. Zie Nederlandse hockeyploeg (vrouwen) voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Zowel de Nederlandse mannen- als vrouwenploeg doet al jarenlang mee op het hoogste niveau. Beide teams wonnen in de loop der jaren de nodige prijzen, zoals de olympische titel (mannen in 1996 en 2000, vrouwen in 1984, 2008 en 2012) en de wereldtitel (mannen in 1973, 1990 en 1998, vrouwen in 1971, 1974, 1978, 1983, 1986, 1990 en 2006).

Voor een overzicht van Nederlandse internationals zie Lijst van Nederlandse hockeyinternationals. Daar staan ook de zogeheten Batavieren bij, een club die opgericht is voor oud-internationals en voor hockeyers die veel en belangrijke prestaties geleverd hebben op het hoogste niveau.

Nederlandse hockeycoaches

Jules Ancion - Jan Anjema - Joost Bellaart - Rob Bianchi - Charly de Bock - Piet Bromberg - Anton Brouwer - Bert Bunnik - Ab van Grimbergen - Maurits Hendriks - Gijs van Heumen - Wim van Heumen - Michel van den Heuvel - Hans Jorritsma - Jo Jurissen - Roepie Kruize - Riet Küper - Marc Lammers - Roelant Oltmans - Jaap Quarles van Ufford - Toon Siepman - Cees Tania - Huib Timmermans - Rein de Waal - Bert Wentink - Joris Koning - Floris Donker - Paul van Ass - Max Caldas

Maak jouw eigen website met JouwWeb